Eerste prijs voor onderzoek naar intern bleken
Om hun onderzoek over intern bleken zo goed mogelijk te laten slagen, maakten ACTA-studenten Inge Smeenk en Caroline Smit onder meer gebruik van schapenbloed. De conclusie van hun scriptie luidt dat carbamideperoxide een goed alternatief is voor natriumperboraat als bleekmiddel voor intern bleken. Met hun scriptie wonnen zij dit jaar de Nt-GSK Bachelorscriptie Award.
Sinds in 2011 de Europese richtlijn over cosme-tische producten is gewijzigd, is het gebruik van waterstofperoxide in dentale bleekmiddelen ingeperkt. De wijziging was voor de ACTA-studenten Inge Smeenk en Caroline Smit aanleiding om intern bleken als onderwerp voor hun bachelorscriptie te kiezen. De twee wilden sowieso een praktisch onderwerp om mee aan de slag te gaan. “Daarnaast was dit echt iets nieuws”, vertelt Smeenk. “Er is al veel onderzoek gedaan naar bijvoorbeeld tanderosie, dat was bij dit onderwerp niet zo.” Hun keuze betaalde zich uit; voor de jury van de Nt-GSK Bachelorscriptie Award gaf de relevantie voor de praktijk en de nauwkeurige uitwerking van de scriptie mede de doorslag om deze scriptie uit te roepen tot winnaar.
Van maart tot juli 2015 waren Smeenk en Smit met hun onderzoek bezig. De samenwerking tussen de twee verliep soepel. Smit: “We werken op dezelfde manier en zijn niet te beroerd om aan te pakken.” Wel zorgden de verschillende roosters van beide studenten er soms voor dat het lastig plannen was. Vooraf voerden ze samen met hun begeleiders een pilot uit, om te beoordelen of het plan haalbaar was. Aan de hand daarvan werd het uiteindelijke onderzoek uitgevoerd. De studenten hadden kunnen kiezen voor een onderzoek waarbij al een kant en klaar stappenplan klaar lag, maar van Smeenk en Smit werd verwacht dat ze hun eigen opzet maakten, wat ze erg leuk vonden.
De afdeling en begeleiding ervoeren de twee als prettig. Ze werden begeleid door maar liefst drie docenten: dr. Guus van Strijp, dr. Cees Kleverlaan en dr. Maxim Lagerweij. Reden daarvoor was dat het onderzoek oorspronkelijk afkomstig was van de afdeling Cariologie en Endodontologie, maar omdat het vanwege de praktische werkzaamheden bij materiaalkunde moest plaatsvinden, kwam er een extra begeleider aan te pas.
Momenten waarop Smit en Smeenk het niet meer zagen zitten, waren er eigenlijk niet. Wel momenten dat ze echt iets wilden verzinnen om het onderzoek te laten werken, bijvoorbeeld tijdens de pilot. “Je wilt toch zo goed mogelijk de situatie in de mond nabootsen”, aldus Smeenk. “Hoe zorg je ervoor dat de gebruikte runderincisieven dezelfde verkleuring ondergaan als een tand die dood is? Die intrisieke verkleuring van een tand kun je dus nabootsen met schapenbloed. Het was al met al nog best lastig om de beste procedure te vinden om het zo echt mogelijk te laten lijken.”
Walking bleach-methode
Meest verrassend aan hun onderzoek vonden de studenten dat er geen verschil was tussen het gebruikte natriumperboraat, wat eerst veel werd gebruikt in tandartspraktijken en nu dus verboden is, en carbamideperoxide. In dat laatste zit veel minder waterstofperoxide, de stof die zorgt voor het blekende effect. Smeenk en Smit hadden niet verwacht dat er geen significant verschil zou zijn. Carbamideperoxide is een goed alternatief voor natriumperboraat bij intern bleken, werd er geconcludeerd.
Een interessante conclusie, maar wat betekent die precies voor de tandheelkundige praktijk? “Dat is moeilijk te zeggen, want op dit moment is er nog een discussie gaande”, aldus Smit. “De richtlijn over cosmetische producten is honderd procent geldend voor intern bleken, alleen wordt natriumperboraat nog wel in veel praktijken gebruikt. Dat komt doordat nog niet alle tandartsen op de hoogte zijn van het feit dat het verboden is. Bovendien was er nog geen alternatief. We denken dat er nog geen strenge controle is op het gebruik van natriumperboraat.”
Waterstofperoxide komt bij het gebruik van natriumperboraat heel langzaam vrij, legt Smeenk uit. Bij een bleekprocedure wordt de stof een week lang in de tand ingesloten, zodat het de tijd heeft om te kunnen bleken: de zogenoemde walking bleach-methode. Bij carbamideperoxide, de stof die Smeenk en Smit onderzochten, komt de werkzame stof sneller vrij. Omdat het bleekmiddel in hun onderzoek vaak werd vervangen, was dit een voordeel voor carbamideperoxide ten opzichte van natriumperboraat.
“Er zou nog verder onderzoek gedaan kunnen worden waarbij de walking bleach-methode wordt aangepast.
Dan zou de patiënt tussentijds vaker terug moeten komen om het bleekmiddel te laten vervangen.”
Eigen invulling
De studenten zien het wel zitten om dat onderzoek zelf verder voort te zetten. Smeenk: “Voor onze masterscriptie moeten we ook weer een onderwerp zoeken en dit vinden we allebei heel interessant, dus wie weet. Het lijkt ons leuk om op ons eigen onderzoek voort te borduren.”
Hoe vonden de twee het om voor het eerst zo’n groot onderzoek te doen? Smit: “Het was erg veel werk, maar wel lonend, omdat je direct resultaat ziet. Het was een heftige en drukke periode, maar we hebben het wel als leuk ervaren.” Toen de resultaten er uiteindelijk waren, konden de studenten uit verschillende parameters kiezen om de ze te presenteren. Er werd gekozen voor de snelheden van de kleurverandering en de verschillen in meetmoment en groep. Smeenk: “Het was leuk dat we er zo een eigen invulling aan konden geven.” Tandartsen uit de omgeving van de studenten, zoals die van de praktijk waar ze als assistent werken, waren erg betrokken bij het onderzoek. “Ze wilden allemaal op de hoogte worden gehouden, omdat ze het als een probleem zagen dat er geen goed alternatief was voor natriumperboraat. Het was voor ons echt een drijfveer om te merken dat er zoveel interesse in was, dat bevestigde dat we iets onderzochten waar behoefte aan is.”
De eerste prijs voor de ACTA-studenten bestond uit een geldbedrag van duizend euro. Over de bestemming daarvan hoefden ze niet lang na te denken. Smeenk gaat naar Thailand en kan daar wel een leuk zakcentje voor gebruiken. Smit: “Ik had beloofd mijn vriend mee uit eten te nemen als we zouden winnen, dus die belofte kom ik na. En verder zet ik het lekker op mijn spaarrekening.”
In de toekomst ziet Smit zichzelf eerst in een algemene praktijk werken. “Op die manier kun je ervaring opdoen en is er de mogelijkheid een second opinion te vragen als het nodig is. Ik denk dat je daar veel van leert. Misschien wil ik me uiteindelijk gaan specialiseren, want ik vind het leuk om te leren.” Voor Smeenk geldt hetzelfde. “Als je in een groepspraktijk werkt, kun je altijd feedback vragen als je ergens tegenaan loopt. Pas dan begint denk ik het echte tandarts-zijn.”
Is er tot slot een advies dat de tandartsen in spe kunnen geven naar aanleiding van hun scriptie? “Als tandartsen intern gaan bleken, kunnen ze ook de zestien procent carbamideperoxide gebruiken. Bij gebruik van de walking bleach-mehode kun je de stof het beste vaker vervangen, laat de patiënt er niet een week mee rondlopen.”
Tekst: Laura Jansen, Beeld: NFP, Utrecht
CV
Caroline Smit (1993)
Studie: Vanaf september vijfdejaars student tandheelkunde aan ACTA.
Overige werkzaamheden: Tandartsassistent bij Praktijk Bolhuis & Holten, Amsterdam
Hobby’s: hardlopen, bootcamp, en skiën
CV
Inge Smeenk (1994)
Studie: Vanaf september vijfdejaars student tandheelkunde aan ACTA.
Overige werkzaamheden: Tandartsassistent bij Lassus Tandartsen in Amsterdam, stage bij tandartspraktijk Quadratand in Zuidwolde
Hobby’s: Reizen en skiën
Voorafgaand aan de bekendmaking aan wie de Nt-GSK Bachelorscriptie Award 2016 was toegekend, presenteerden alle genomineerden hun bachelorscriptie. Die van Caroline Smit (l) en Inge Smeenk ging over de effectiviteit van bleekmiddelen bij intern bleken.
Voor de jury van de Nt-GSK Bachelorscriptie Award 2016 gaf de relevantie voor de praktijk en de nauwkeurige uitwerking van de scriptie van Caroline Smit (l) en Inge Smeenk mede de doorslag.