Wat zie ik?
U ziet een 61-jarige patiënte terug, bij wie u in het verleden uitgebreid kroon- en brugwerk heeft geplaatst. De laatste twee jaar kauwt zij steeds slechter, omdat haar kiezen niet meer goed op elkaar passen. Zij vraagt u om haar kronen aan te passen. Bij onderzoek vindt u haar gelaatstrekken wat veranderd. Haar neus en lippen lijken wat groter en de nasolabiaal plooien zijn dieper. Intra-oraal valt u een tongvergroting op met vooral links een uitgesproken laterale open beet, en een end-to-end stand van het front in centrale relatie. Overigens is zij bekend met een hypertensie waarvoor zij een plastablet neemt. Bij uw navraag blijkt haar schoenmaat de afgelopen drie jaar van 39 naar 42 te zijn toegenomen. Haar handen zijn knokiger geworden en haar trouwring heeft ze vorig jaar groter laten maken.
Wat is het?
De combinatie van deze symptomen is typisch voor acromegalie. Deze wordt meestal veroorzaakt door een te hoge productie van groeihormoon. Dit wordt gemaakt in de hypofyse, een kleine klier onderaan de hersenen. In deze casus was op een MRI-scan een hypofyse adenoom zichtbaar, een goedaardige, groeihormoon producerende tumor. De daardoor expanderende sella turcica is ook op een X-RSP te zien. Acromegalie is zeldzaam en komt bij ongeveer 1:150.000 personen voor. Een teveel aan groeihormoon in de kinderleeftijd veroorzaakt reusgroei. Bij volwassenen ontwikkelt zich een systeemziekte met de beschreven vergroving van het gelaat en het weer gaan groeien van handen en voeten. De macroglossie met malocclusie zijn de opvallendste orale verschijnselen. De diagnose wordt bevestigd door een verhoogd IGF-1 (Insulin-like Growth Factor), dat door het groeihormoon wordt gereguleerd. Indien onbehandeld kunnen door het teveel aan groeihormoon onder andere ernstige cardiovasculaire, hormonale en metabole complicaties ontstaan. Anderzijds kan tumorgroei een lokale compressie van het chiasma opticum veroorzaken, waardoor een typische gezichtsvelduitval ontstaat.
Wat doe ik?
Het is van groot belang dat u deze symptomen herkent voordat zich complicaties ontwikkelen. Haar prothetische rehabilitatie stelt u voorlopig uit. U verwijst haar op korte termijn naar haar huisarts of een mka-chirurg. Deze zullen eerst verwijzen naar een endocrinologisch internist voor verdere analyse. Behandeling kan bestaan uit een neurochirurgische resectie van het adenoom of levenslange medicatie met een somatostatine-analoog of groeihormoon receptor-antagonist. Radiotherapie wordt vrijwel niet meer toegepast. Pas als de endocrinologische behandeling is afgerond, kan haar occlusie worden hersteld, eventueel middels een gecombineerd chirurgisch-prothetische behandeling.
Dr. Robert van Es
bespreekt in deze rubriek afwijkingen rond en in de mond. De nadruk ligt op het herkennen van de afwijking en het zo nodig behandelen ervan of, waar zinvol, verwijzing naar meestal de MKA-chirurg.